zaterdag 7 november 2015

Vlinders: Vraag van de week!

Wanneer was je eens ontgoocheld?
(naar aanleiding van het circus die niet was komen opdagen)
(vrijdag 20 november)
 
Lucy: Ik ging naar het restaurant en 't was mijn lievelingsrestaurant.'t Was gesloten. Je kan daar frietjes en ijsjes eten. We moesten dan naar oma iets gaan eten. Dat was heel jammer.
 
Pepijn. Ik wou naar een koekenwinkel, maar 't was gesloten. Ik was dan 'gegoocheld'. :-)
 
Mira: Ik wou naar oma en ik mocht niet. Ik was dan ontgoocheld. Ik wou ook eens naar Lucy en het mocht ook niet.
 
Shannon: Ik ging eens met mama naar tante maar tante was niet thuis.
 
Flor: Trees en ik gingen eens met oma naar de bakker en de bakker was gesloten. We kregen dan geen snoep, want de bakker was ziek, er ging een kaartje aan de deur.
 
Trees: Wij wilden allevier naar de fonteintjes in Moorslede, en we mochten niet van mama.
 
Yuna: Ik wou naar de winkel yoghurt halen, maar 't was gesloten.
 
Alexandra: Ik was bij papa, en ik was niet flink.
 
Noa: Ik wil naar de wnkel om eitjes, maar de winkel was gesloten.
 
Kenaï: Ik wou speelgoed hebben en ik mocht niet.
 
Zoé: We gingen eens naar de bakker, maar 't was de hele tijd gesloten. We hebben dan naar de spar geweest, dat was wel open.
 
Meagan: Ik ben Zwieber kwijt, ik vind hem niet meer.
 
Alica: Ik mocht niet op de trampoline, dat mag nooit van mama. Maar soms wel een keer.
 
Norah: Ik was al eens op reis geweest, ik heb mijn lievelingsaapje vergeten, en ik was toen ontgoocheld.  We waren op vakantie 1 weekje. Maar tante Titi nam niet op toen mama belde.

Wat maakt jou aan het lachen?
(vrijdag 13 november)

Noa: Als ik met mama in de zaak speel in de keuken daar.
 
Yuna: Als de clown gek doet.
 
Shannon: Connor zei eens dat er een spin op mijn hoofd zat, en dat was niet waar en toen moest ik heel hard lachen. 
 
Lucy: In het circus, die mens had een fluit en we moeste klappen en hij kwam de hele tijd terug. Hij had het fluitje ingeslikt, maar dat was niet echt, hij had alleen maar het touw in zijn mond.
 
Pepijn: Lentel zei dat ik mijn ogen moest dichtdoen. Lentel stak dat konijntje echter haar rug, en ik zag dat. Ik moest wel lachen.
 
Kenaï: Ik moest lachen voor een auto die niet meer kon rijden aan het rondpunt. Dat was lang geleden.
 
Alexandra: Als dino's vallen, dan moet ik lachen.
 
Flor: Als ik grappige dingen doe met Alicia.
 
Norah: Als mijn mama een vlinder tekent, dan zegt ze dat het een echte vllinder is. Maar dat is een grapje.
 
Trees: Thuis lach ik ook veel met grapjes, en ook met vuile woorden, maar dat mag niet, alleen maar als je echt naar 't toilet moet mag je dat zeggen.
 
Alicia: Als hij koprol doet de clown. Ook als juf toneel speelt.


Wat doe jij soms toch ook al mag het niet.
(vrijdag 23 oktober)
 
 
Lailyta: Als Moesjie weg gaat, dan neem ik een snoepje. 't Is gewoon de benedenste kast, je doet het papiertje open en je eet het op en ze ziet dat nooit!
 
Pepijn: Als mama en papa in bed waren, dan zei mama: "geen snoepjes en koekjes nemen", maar Lentel en ik namen toch een prinskoekje.
 
Trees: Ik heb al eens uit mijn bed eruit gekropen en mijn knuffel genomen. En mama was nog beneden!

Shannon: Als mama slaapt, en het is donker, dan ga ik altijd bij mama en papa slapen, en als ze opstaan dan ga ik weer naar mijn eigen bed. Ze zien dat nooit!

Mira: Altijd kom ik uit mijn bed en dan is Rein wakker. En ik ruim NOOIT op. Mijn mama en papa en Rein ruimen altijd op.

Lucy: Ik heb al eens als mama weg was, honing genomen en dat mocht niet. Ik heb dat gedaan met een stoel, toen ik nog een baby was. Ik was toen ook van de glijbaan geweest in de modder en honing op de glijbaan gedaan.

Norah: Ik pak een net om schildpadden te vangen, en ik heb ze in een onzichtbare bokaal gestopt. Ze wisten het nooit omdat het onzichtbaar was. Ik heb er ook onzichtbaar water bij gedaan, dus alles was onzichtbaar. Ik heb nog iets te zeggen hoor! Soms maak ik een modderpoel en doe daar echt eten bij. En ik eet dat dan ook op!

Meagan: Mama ziet het niet, dat ik snoepen pak.

Alicia: Als mama in bed ligt, dan neem ik stiekem water. Water van de kan op tafel beneden.

Noa: Ik was vroeger een keer bang in bed en ik kruip weg omdat ik bang was van het donker. Ik was dan op de lakens.

Ola: Als ik moet slapen en ik wil niet, dan brengt papa mij altijd toch naar bed elke keer opnieuw. Ik kom er ook elke keer opnieuw weer uit. Papa is dan boos.

Zoé: Ik ben niet altijd flink. Het was licht aan 't worden, mama en papa sliepen nog. Ik heb dan heel veel snoepen genomen, heel veel, dat mocht niet, want ik moest nog naar school. 't Was nog ochtend.

Yuna: Dan had ik uit mijn bed gekropen, en dat mocht niet, en dan kroop ik in de boom. En toen was ik aan 't slapen in de boom.

Kenaï: Als mama en papa slapen, dan ga ik naar beneden en dan ging ik met de echte auto naar de dierentuin. Helemaal alleen.

Flor: Mama zat nog bij het kampvuur in de Ardennen en ik nam een snoep in de caravan, een snoep van de smurf. Ik deed nog dingen, maar jij hoort dat nu hé, dus ik kan dat niet zeggen.
Trees: Je moet het misschien tegen mij zeggen?
Flor: Maar Trees, je was er toch ook bij!!! Dus jij weet het hé.
Trees: Ah! Ik was er ook bij. Haha.

Sky: Ik doe nooit deugniet!

Waar naartoe zou je rijden/ vliegen met je voertuig als je helemaal zelf kon kiezen?
(vrijdag 9 oktober)


Pepijn: Ik zou naar Spanje gaan. Ik zou daar spelen met het zand, een bergje maken. Ik zou dan een keer in de zee gaan. Ik ben nog nooit in Spanje geweest. Ik zou graag met de auto gaan met mama, papa en mijn zus.
Shawn: Ik zou naar 't speelplein gaan om te spelen.

Mira: Ik zou naar Engeland gaan. Ik zou daar tikkertje spelen. Ik zou Trees meenemen en Lailyta want tikkertje kan niet alleen.

Lailyta: Naar Plopsaland omdat daar niet echt treinen zijn maar eigenlijk durf ik wel van heel hoog naar beneden. Niet alleen, maar met Moesjie en Moeke.

Lucy: Ik ook naar Plopsaland en ik zou die verkleedpop Plop een knuffel geven.
Andere kleuter: daar zitten oude mensen in, in zo'n verkleedpop, omdat die daarin moeten zitten, dat hoort zo in plopsaland.

Zoé: Ik moet daarover nadenken. Zoé zet zich met haar hoofd op haar knieën. Daarna komen een 5 tal andere kleuters aan de beurt. Opeens weet Zoé het: "Ik zou naar mammie' s huis gaan."

Shannon: Ik ga met een vliegtuig naar plopsaland De Panne. Je kan daar naar toe.

Flor: Ik zou met mijn race- auto naar een leerzwembad gaan. Daar leer ik zwemmen in het diep!

Alicia: Naar de zee, omdat ik dat leuk vind, dat je dan kan spelen.

Yuna: Ik zou naar een verjaardagsfeest gaan van Laura.

Trees: Ik naar Engeland hé, want Mira neemt mij toch mee om tikkertje te spelen daar. Ik zou daar ook een beetje water drinken. (Mira: ik ook! Ik ga daar ook drinken) Trees: Als ik getikt zal zijn dan zal ik zelf tikker zijn.

Norah: Ik zou naar Frankrijk gaan. Daar zou ik midden in de straat spelen met al mijn knuffelberen. Dat mag niet, maar toch zou ik dat doen.
Ik zou ook nog naar minionland gaan. Dat bestaat niet, maar in een sprookjesboek waar je kan ingaan kan dat wel. Ik zou dan in het minionsprookje gaan.
Waarop veel kleuters ook willen zeggen in welk sprookjesboek zij zouden stappen.
Yuna: ik zou ik een prinsessenboek gaan. Pepijn: in een plopverhaal. Sky: ook in een prinsessenboek, vn doornroosje. Shawn: ik in jurassic parc bij dino's, Lailyta: bij de minions, Flor in een race-auto land. Shannon: in prinsessialand: Trees: in prinsessenland, Mira ook, Meagan: in prinsessenland en Ola in dinoland, Norah: in eenhoornland. Kenaï: in een autoland. Zoé, in een boek van de biggetjes.

Jens: naar Noorwegen, ik ben daar eens geweest, daar is het heel mooi!

Kenaï: Met mijn snelle fiets zou ik naar 't carnavalsfeest gaan met confetti.

Ola: Ik zou naar het dinopark gaan in Polen met de auto, met mijn mama, papa, oma en opa en zusje.

Wat zou er gebeuren als er geen auto's waren?
(vrijdag 2 oktober)
Afbeeldingsresultaat voor verboden auto's
Kenai: Dan ga ik overal naartoe met de fiets. Naar de zee.

Flor: Ik zou met de boot overal naartoe gaan, maar als er geen water is dan ga ik met de brommer. Maar ik moet nog groeien, want ik mag nog niet met de brommer. Vroeger bestonden er geen auto's, ook geen brommers. Ze gingen stappen of met de fiets of met de boot. Of als het te ver is, dan ga ik met een robot. Dat gaat ook! 
 
Trees: Maar als je niet kan met de auto gaan, dan moet je lopen. Bewegen is gezond als je heel veel beweegt. Maar je moet ook groentjes eten als je gezond wil zijn.
Lucy: Dan moet ik de hele tijd met de loopfiets rijden. Ik kan megasnel met mijn loopfiets.
Alicia: Dan moet ik te voet komen naar school.

Zoé: Mama kan nog gaan werken met de bus of met de fiets. Maar mijn papa gaat altijd met de auto, dan gaat hij met de fiets gaan. Als hij stopt met werken zal zijn baas boos zijn. Odin en ik waren de hele tijd aan 't treuzelen, en dan was mama's baas boos.

Norah: Dan zou ik op de huizen klimmen omdat de auto's weg zijn. Ik zou op een speelgoedauto zitten, en ik zou zoeken in de schoorstenen of er speelgoedauto's zijn, zoals zwarte piet.

Mira: Dan kan je ook nog terug naar je huis en een cent halen om een auto te kopen.

Jens: Dan zou ik in de problemen zitten. Ik zie niet goed, en ik stap niet zo goed, en ik kan niet zo goed fietsen.

Yuna: Dan ga ik met de fiets. Te voet kan ook.

Shannon: Dan ging ik met een skateboard. Je kan zonder auto niet ver weg rijden.

Alicia: Ik wil met het vliegtuig naar Polen.

Pepijn: Ik zou vlug met de fiets naar school komen. Als wij nog een baby waren, dan hadden wij nog geen auto. We moesten dan zo altijd thuis blijven slapen. Dat is wel jammer, wij konden nergens naartoe. Als wij de deur opendeden, dan kropen we naar buiten.

Lailyta: Er zijn dan ook geen wielen, geen auto's.

Shawn: Dan kan papa niet meer gaan werken.

Noa: Ik zou naar mama en papa boodschapjes gaan doen.

Plots neemt het gesprek een ander wending:

We zouden nooit meer doodgaan door een auto. Als er een fiets over je rijdt, dan heb je alleen maar bloed, een gaatje in je hoofd. Maar dan ga je niet dood. 

Lucy: Maar dan kan niemand je helpen, de ziekenwagen bestaat dan niet meer. Want als er geen auto's zijn, dan zijn er ook geen ziekenwagens.

Flor: Dan moet je zelf dingen kopen voor een ziekenwagen, dan moet je zelf mensen helpen.

Mira: En dan moet je blijven liggen als je ziek bent, tot de mensen terug zijn om die dingen te kopen.

Begeleider: Als er dan geen ziekenwagens bestaan, wat dan zonder politiewagens?
Norah: :dan zijn de boeven nog vrij!

Flor: dan moeten we ze zelf vangen met een touw, dan moeten ze naar de gevangenis slepen. Want er is geen auto, maar ik weet de weg niet naar de gevangenis. Dan moeten we ze aan een touw hangen... gewoon... aan iets binden. Een boom of zo?

Vroeger toen onze oma en opa klein waren, wat was er dan anders?
(vrijdag 25 september)
 
 
 
Lailyta: Toen was niemand nog geboren. Toen was iedereen nog klein.
Mira: De kring (onze zithoek in de klas) was er nog niet. De tafel was er ook nog niet...
Norah: Toen hadden ze nog centjes. Ze hadden geen speelgoed. Toen waren de huizen nog helemaal anders. Ze hadden nog geen ramen kunnen maken. De werkers waren eerst geboren, de oma's en opa's daarna. Toen hadden ze nog geen stenen. Alle eenden waren toen ook nog klein en de vogels ook Alle werkers waren met veel. En... eigenlijk was iedereen nog een beestje. Ze waren eerst een dino, daarna een aap en daarna een mens.
Ola: De varkens waren toen nog klein en de dino's ook.
Trees: Toen oma en opa klein waren... Euh... dan was... euh... dat weet ik niet, hoe het toen was.
Zoé: De paarden waren ook nog heel klein toen.

Yuna: Toen was er nog geen speelgoed. Ze hadden maar 1 speelgoedje. Eén barbie en ook het barbiehuis.

Sky: Mijn oma en opa hadden 2 barbies.

Kenaï: Er was toen nog geen computers. Ik weet niet hoe ze dat dan deden want zij konden niet schrijven op de computer!

Als ik mezelf kon toveren in een dier. Dan zou ik veranderen in een...
(vrijdag 18 september) (project over eendjes)

 Afbeeldingsresultaat voor toverstaf

Mira: een paard, omdat ik van paarden hou. Ik zou dan weglopen naar Frankrijk of neen, naar Bollopark.

Zoé: Ik wil in een eend veranderen, ik zou dan naar mama gaan.
Shannon: Ik zou een eenhoorn willen zijn. Omdat ik graag over een regenboog zou stappen. Ook een zeehond, omdat ik dat leuk vind.

Alicia: Ik wil in een eend veranderen omdat ik dat wil en ik wil kwaken.

Shawn: Ik wil een varken zijn. Ik weet niet waarom.

Lailyta: ik wil een eend zijn, ik zou dan zwemmen in het water.

Norah: Ook een eendje omdat die mooie pluimpjes hebben, ik zou een mama eend zijn omdat die dan kuikentjes krijgt. Ik had al kippenkuikens, maar die heeft papa weggedaan naar zijn werk.
 
Meagan: Een eenhoorn, omdat ik dat flink vind en ik vind dat leuk. Omdat die kan vliegen.
Sky: Ik wil een vlinder zijn. Ik weet niet waarom.
 
Lucy: Een vliegende eenhoorn.
Ola: Ik wil een dino zijn omdat ik hou van dino's.
 
Kenaï: Ik wil een hond zijn, omdat ik van honden hou. Ik heb al eens een hondje gezien die likt aan mij.

Jens: Ik zou willen een dolfijn zijn, dan kan ik show geven.

Trees: Ik wil niet in een dier veranderen. Moet dat echt? Ik wil echt niet! Ik wil gewoon blijven.

Flor: Ik wil een tijger zijn met zwart en wit. En ik zou vechten een draak. Ik doe dat soms eens met Nel maar niet voor echt. Of ik zou een poes zijn, dan ben ik een vriendje met een hond.

Yuna: Ik wil ook een eenhoorn zijn of een paard.

Pepijn: Ik wil een koe zijn, omdat ik nog eens wil de koeiendans dansen.


 
Ben jij soms de baas?
Afbeeldingsresultaat voor slechte baas



Trees: Neen. Ook niet van die trein op de waterspeelplein, de meneer was daar de baas. Ik niet. Ik was wel eens de baas de van het flesje omdat ik ik het mocht vullen van Nel.

Norah: Ik ben de baas van de pop, want die is klein.

Alicia: Neen. Mijn mama en papa zijn de baas?

Flor: Ik ben de baas afstandsbediening van mijn rally auto.

Shawn: Neen.

Pepijn: Ik weet het niet? Als ik zo groot ben als mijn papa, dan ben ik de baas.

Mira: JA. Van mijn poppen. Ik speel dan mamaatje.

Zoé: Neen. Omdat ik niet mag baas zijn van mama en papa.

Lailyta: Neen. Moeke is de baas omdat ze mama is.

Shannon: Ja, van mij pop met lang roze haar want mijn naam staat erop.

Yuna: Ja, ik had een keer samen met laura zo een keer op vakantie geweest en toen waren we op een glijbaan en toen ook op trein. Ik was de baas van de glijbaan. Toen riepen mama en papa dat het eten klaar was.

Meagan. Ja. Mijn mama is de baas en papa ook. Ze maken eten voor ons.

Milan: Neen.

Sky: Ja van mijn pop. Mijn pop is al groot.

Lucy: Weet ik niet.



Heb jij een geheim?
Mira: Jantje ging eens naar school, juf zei, wat is de eerste letter van 't alfabet. En toen ging jantje naar huis, en toen zei de mama: shit mijn patatten staan in de fik. (mijn broer vindt dat een geheim).
Ik mocht niet bij Lucy blijven wonen voor altijd, toen huilde ik.
Alicia: neen.
Flor: dat ik wil met een race-auto rijden als geheim, van een wedstrijd. Jij was naar iets anders gegaan en toen heb ik eens met de auto weggereden en toen heb ik een dier gekocht en niet betaald en vlug weggereden. 't Was een poes.

Shannon: Ja, ik heb een geheim. Ik wil het niet vertellen. Ik mocht niet bij Connor slapen en ik deed het toch. Mama was eens weg naar de winkel en toen heb ik snoepen gepakt.

Trees: Ik weet niet of ik een geheim heb. Ik heb wel al eens zot gedaan lang geleden. Ik ben eens op de tafel gekropen en op de zetel en mijn mama mocht dat niet weten.

Kenaï: Dat ik te voet ga en ga fietsen naar de winkel

Norah: Ik wel. Ik heb alle propere kleren uit de mand gesmeten buiten zelfs! Mama heeft dat niet gezien, want 't was in de tuin! Ik heb het in vogelnestje gesmeten oor de vogels. Zodat de vogels kunnen kleren aandoen. Ik heb al eens aan mama's staart getrokken ook.

Zoé: Ik was nog een rups en ik kroop in de mand tussen de kleren. Onze voorgebuur is wel een heks en die hebben onze poezen naar de maan gestuurd.

Toen kwam de vraag: Bestaan heksen?

Norah: Ja! Natuurlijk! Sommige bestaan.

Pepijn: Neen, alleen in een verhaal.

Lucy: Jawel! Want mijn papa is eens in een heksenpak gekropen en toen stond hij op het toilet. Dus! Heksen bestaan.

Mira: Ik vind dat poppen heksen bestaan.

Ola: Ik heb een kleed van heksen. Alleen in boeken bestaan.

Kenaï: Neen, maar heksen lopen wel op de straat, maar ze verkleden zich in mensen.

Ola: Ik heb zo'n filmpje en die lijken op de heksen.

Lucy: En mijn mama was toen verkleed in een bloemenpak. Mijn mama was de bloem van de heks.

Norah: Ik weet niet of heksen bestaan, want ik heb ze nog nooit gezien.

Zoé: Mijn mama en papa liegen! 't Is een gewoon mens.
 
Oké, weer naar de vraag: Heb jij een geheim?
Pepijn: Toen ik een baby was stond daar een cadeau die leeg was en ik kroop daarin en 't was donker en ik vond het deksel niet meer.
Ola: Ik heb geen geheim.

Sky: Nog nooit iets gedaan.

Shawn: Ik zou een ander huis hebben om alleen te wonen.
Yuna: Maar toen ik nog een baby was had ik in de modder gekruipt, mama heeft mijn toen gewassen. Dan had ik ook eens in een gordijn gesprongen.
Lailyta: Ik heb geen geheim.

Meagan: Ik ook niet.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten